Nederland

Startpagina

Inleiding

Inleiding 0.1-5 Verdieping-kruis 0.1-6b Achtergronden van (klik op) de tekens: A. De Ruit B. Hexagram  C. Vuurslag D. Het maalkruis/schuinkruis E. Hart F. Toverknoop G. Donderbezem H. Calvariekruis I. Odalrune

_________________________________________________________________________________

A. De Ruit

#inl-7-01 #inl-6-03

Inleiding

#inl-6-02

In de Middeleeuwen komt de ruit zeer veelvuldig voor op meubels, gebruiksvoorwerpen, sieraden, borduurwerk.  

Rond 1500 komt het kaartspel (met ruit, hart, klaver en schop) in Frankrijk tevoorschijn met dus als één van de tekens: de rode ruit. Als gevolg van de populariteit van dit spel behoort het nu wereldwijd tot de meest bekende symbolen. Maar wat valt erover te zeggen?

Hoewel de geleerden het er niet over eens zijn ben ik van mening dat alle vier tekens met vruchtbaarheid van doen hebben. De zwarte hebben betrekking op de groei van het gewas (klaver) en het omspitten/ploegen van de aarde (schoppen). De rode hebben dan betrekking op de mens: liefde (hart) en voortplanting (ruit).

De ruit als vrouwelijk symbool

Er is een duidelijk verband met vrouwelijkheid aangetoond. De wapenschilden van vrouwen hadden in de Middeleeuwen vaak een ruitvorm. Gehuwde vrouwen hadden soms ook wel een ovale vorm (pas vanaf de 17e eeuw). Zo heeft ook Jacoba van Beieren (1401-1436) een ruitvormig schild. Op de prent links en rechts zijn de wapenschilden nog al verschillend, lijkt het wel, maar dit kan te maken hebben met haar verschillende huwelijken.

Mooi voorbeeld in Delft (zie foto onder): boven de ramen van het Gemeenlandshuis aan de Oude Delft zien we een mannelijk wapenschild links (omkranst door een keten van het Gulden Vlies) met een vrouwelijk wapenschild rechts. Gezien het tijdstip van de bouw moeten deze hebben toebehoord aan Karel de V en zijn gemalin Isabella van Portugal.

De wapens van de adel zijn in de Franse tijd in ons land (bijna) overal gladgeschaafd in het kader van vrijheid gelijkheid en broederschap. Dat is dus ook hier gebeurd.

 

Ook de uithangbordjes van vroedvrouwen hadden een ruitvorm.

Er wordt bijna niet meer aangetwijfeld dat de ruit van oorsprong een vruchtbaarheidssymbool is geweest. De ruit kan men hoogstwaarschijnlijk al van ouds interpreteren als een gestyleerd vrouwelijk geslachtsorgaan.

Het aanbrengen van een ruitmotief had in oorsprong dus op het oog om goden te smeken om de bewoners/gebruikers nageslacht te geven. Deze betekenis is in de latere Middeleeuwen al sterk afgezwakt en het laat zich raden hoe ver in de tijd de gedachte aan vruchtbaarheid de ruit nog vergezeld heeft.

Heraldiek

Ook verder in de heraldiek komen we de ruit al wel tegen. Als symbool op het wapenschild. In de ruïne van de kerk van Warmond trof ik een zerk aan uit 1398 van ene Jacob van Woude. Hij was edelman en ridder en woonde op het slot Woude in de buurt van Warmond. Mogelijk is het later verdwenen dorp Jacobswoude nog wel naar deze man genoemd. Hieronder een deel van de kolossale zerk, bedekt onder herfstblaadjes.

Grappig is hier het helmteken van de twee geheven handen met gebalde vuisten: een gebaar dat je maakt als je gewonnen hebt.

Op het schild treffen we drie ruiten aan.

Stadszegel Oudewater (Utr)

Het oudste zegel van de stad Oudewater uit de tijd dat het stadje bij Utrecht hoorde, dus van voor 1280 laat ons een ruit zien met daarbinnen een bloemfiguur met 4 blaadjes.

Stadsmunt van Sluis (Zeeuw Vlaanderen)

Op een munt, geslagen te Sluis in de 15e eeuw, zien we de ruit. Binnenin de ruit lijkt, net als te Oudewater, zich een bloemmotief te bevinden.

Mogelijk duidt dit toch in de richting van een symbool dat met de toenmalige overheid te maken had. zie ook het gebruik als metselteken op torens, kerken en poorten.

Grafzerk van vrouw met ruitvormig bastaardwapen. De diagonale balk is daarvan het teken.

Kreta

In de Minoïsche tijd (2000-1300 BC) was Kreta al een smeltkroes van culturele invloeden van diverse kanten uit het Middellandse Zee-gebied: het Noordelijke vasteland (Griekenland, Italië), Egypte, Mesopotamië, Iran, Voor-Azië, Noord Afrika....  

Veel van de vaarroutes liepen langs het eiland en met het uitwisselen van goederen en personen (slaven!!) droeg men niet alleen de ornamentiek over maar vast ook wel iets van het gedachtengoed, dat er achter stak.
Knappe handwerkslieden gaven er vorm aan een eigen Minoïsche stijl.

Bij de Kretenzische symboliek moeten we ons eigenlijk steeds afvragen: is dit inheems origineel of is dit overgenomen van elders.

De musea van het eiland hebben veel bijzondere en soms echt heel leuke kunstvoorwerpen uit die oude Minoïsche tijd. Helaas mocht er nog veel niet worden gefotografeerd om reden van: not yet published. Je zou toch denken: daar werk ik als fotograaf dan even aan mee, maar zo'n museum denkt kennelijk toch anders.

Jacoba van Beieren

Gemeenlandshuis te Delft

Vroedvrouwenbordje te Gouda

Warmond: grafzerk van Jacob van der Woude.

Hieronder zien we een grafzerk van een dame, die uit de bastaard-verbintenis is voortgekomen. Dit was destijds geen schande, maar het werd in het familiewapen aangegeven met een schuine balk.

De ruit is een bijzonder populair teken door alle tijden heen. Misschien het allermeest bekend via het kaartspel. Misschien kunnen we er achter komen hoe dat komt.  

Op nevenstaande foto, die ik op Kreta gemaakt heb, is te zien hoe de 'ingedeukte' ruit-figuur ontstaat doordat cirkels aan elkaar grenzen. Deze mozaiekvloer is uit de 3e eeuw voor Christus en is gevonden in Chania (het oude Kydonia) en overgebracht naar het plaatselijke museum.   

De Ruit is al een zeer oud zinnebeeld en stamt voor zover is na te gaan al uit zeer vroege culturen. Uit de Oekraine zijn voorwerpen van ca. 15.000 jaar B.C. met daarop duidelijk zichtbaar de ruitfiguur. Van 5000 B.C. is de ruit gecombineerd met de spiraal. Op megalieten (= prehistorische grote stenen, door mensen geplaatst en/of bewerkt) in Engeland zijn al van 2000 B.C. inkervingen van spiralen en ruiten gevonden.

In de late Middeleeuwen (vanaf ca. 1350) ontstond in de kring van het ‘metselgilde’ behoefte aan het toevoegen van tekens aan het metselwerk. Een van deze tekens is de RUIT. We komen hem veelvuldig tegen. Ik toon er even een aantal van her en der uit het land.


Kruiningen

Dongen

Workum

Rotterdam

Renesse

Borculo

Laten we de geschiedenis maar eens induiken.

Mozaiekvloer uit 3e eeuw B.C. Op Kreta

Zierikzee

Bergen op Zoom

Alphen (NB)

Jacoba van Beieren

Stadszegel van Oudewater van voor 1280.

In de bovenlichten

Naar mijn waarneming komt in de bovenlichten het ruitmotief zeker zo vaak voor als de levensboom. Het is een zeer populair symbool. Het beperkt zich ook niet tot de bovenlichten, maar we treffen het op muren, deurposten, geveltoppen (= makelaars), stiepels, huisraad, vloeren, heraldische wapens enz.

Vaak wordt de Ruit gecombineerd met het Maalkruis (zie daar) of met de Zon/Krans.

De voorbeelden zullen het wel duidelijk maken. Vanuit het lijnenspel kan dan de ruit ontstaan.

Wij zien  hier de ruit voorkomen in verschillende vormen. De ruit in het kaartspel heet in het Engels diamond (diamant).

We kunnen er wel van uit gaan dat de oude betekenis(sen) in de 19e eeuw al niet meer leefden onder de mensen. Het frappante is enkel dat het teken op zich steeds opnieuw weer opduikt.

 

De ruit op de stadspoort

 

Maar we treffen de ruit ook aan op kerken en stadspoorten. Eigenlijk wel op elk type baksteenmuur in de late Middeleeuwen.

Op de foto hiernaast van de Zierikzeese Zuidhavenpoort zien we het ruitsymbool in een veelvoud op de poort. Heeft een teken dan nog betekenis of is het ornamenteel bedoeld?

In de Domkerk bevindt zich het praalgraf van Guy van Avesnes. Het is tijdens de beeldenstorm in de 16e eeuw zwaar toegetakeld. De beide vogels(?) aan het voeteneind zijn zelfs de kop afgeslagen.

Op de uiteinden van de smalle stola (met franje aan de uiteinden) die (bij een staande persoon) bijna tot op de grond reiken, zien we ruitsymbolen.


Dubbele ruit op Nobel-poort te Zierikzee.

Amsterdam: ruiten flankeren een krans.

 Achter de ruit gaat een  maalkruis schuil.

Ook in de 20e eeuw is hier in Leiden nog voor de ruit gekozen.

De ruit, gevormd uit roeden die met kralen bezet zijn (1e kwart 19e eeuw).


De kilt wordt ook graag gedragen door de spelers van de doedelzak.

Utrecht: bisschop Guy van Avesnes; praalgraf in de Dom.

Utrecht: bisschop Guy van Avesnes: detail van de stola.

De ‘ingedeukte’ ruit

Nogmaals de ‘ingedeukte’ ruit

Combi met maalkruis

De ruit en de ING-rune

De ruit komt ook voor in de Germaanse runenrij als de ING-rune, in geschreven taal staat hij voor de klank ng. Deze rune houdt verband met vruchtbaarheid en afstamming.

We zien het woord –ing (of -ink, inga) nog als achtervoegsel van geslachtsnamen: b.v. Meijering: tot de familie Meijer behorend, van Meijer afstammend. Vergelijk ook het Duitse Enkelkinder (= kleinkinderen).

Eindigen veel namen in Saksische streken ( Twente/Achterhoek) op ing/ink, in Friesland zien we meer -inga: b.v. Hottinga, Spanninga.

Op basis hiervan moeten we aannemen dat naast vruchtbaarheid (op de toekomst gericht) ook de afstammelingen (verleden) met het Ruitmotief een verbinding hebben. Het draait om de hele familie, sibbe of clan.

We zien dat in Schotland de ruit op de kleding verband houdt met tot welke clan men behoort. Maar of die ruit ook enig verband houdt met het ruit-teken , zoals wij dat nu beschouwen, durf ik geen uitspraak over te doen.

Voorchristelijke oorsprong

Evenals het maalkruis stamt ook de ruit uit de voorchristelijke tijd. Ook bij dit teken kon de kerk er niet onder uit om het te adopteren.
Dit wordt b.v. duidelijk door het wijdingskruisje dat centraal in de ruit werd geplaatst of boven aan het teken werd vastgeplakt.

Dat we het teken ook meermalen op kerkmuren aantreffen, kan er op wijzen dat de betekenis in die tijd al ruimer genomen werd. Mogelijk had het meer en meer een heilbrengende betekenis gekregen.

  

De RUIT maakt deel uit van de oudere Germaanse Futhark runenrij, de INGrune eronder is een latere vorm ervan.

Ruitteken op kerkmuur te Grave, met centraal een wijdingskruisje

Utrecht: de ruit op bisschopskleding

Combi van ruit met krans en maalkruis.

Leiden: Rapenburg.

Grondbezit?  

Een wel wat vreemde en heel onwaarschijnlijke afleiding van de Ruit trof ik aan in een oud boekje: Friesche Eigenerfdenwapens door G. Gonggrijp (1941). Het is ook wel op Internet te vinden.

Daarin vermeldt de schrijver het volgende:

Ruit

De levering van onroerende zaken geschiedde in den Frankisch-Germaanschen tijd in het openbaar op een terechtzitting, d.w.z. in het bijzijn van omstanders en met symbolen. Deze symbolen zijn zeer lang blijven bestaan: ook de laat-middeleeuwsche rechtsbronnen worden daardoor gekenmerkt. Het langst bleven zij bestaan op het platteland.

Tot de symbolen bij overdracht van het goed behoorde het uitsteken of overgeven van een graszode). De graszode werd ruitvormig gestoken met de spade. De ruit in de Friesche wapens (en waarschi)nlijk ook elders) zou alzoo een graszode voorstellen, dus grondbezit symboliseeren, met name grasland) en zou dus duiden op het almenderecht (de almende = de gemeenschappelijke grond rond het dorp, ook wel mark, hemrick of meente genoemd).

Merkwaardig is echter dat de ruit in de Friesche wapens dzz. nimmer groen gekleurd werd aangetroffen. Vermoedelijk duidt zij op grondbezit in het algemeen).

Een wapen Cammingha heeft in goud een zwarte kam (Cammingha) vergezeld van drie blauwe ruiten, 2 en 1.

In de Friesche wapens komt de ruit zeer zelden voor, vermoedelijk omdat er tal van andere mogelijkheden zijn om het erfgoed beter aan te duiden.

Deze (zwakke) uitleg wijkt toch wat af van het idee dat de ING-rune vooral een familie- of sibbeteken is. Maar betekenissen kunnen verschuiven en hebben dat m.b.t. de ruit ook vast wel wat gedaan. Maar wie een graszode uitsteekt krijgt automatisch een vierkante vorm. Dus of dat bewust een ruit was, betwijfel ik.

_________________________________________________________________________________

B. Het Hexagram

Het hexagram is de zespuntige ster, opgebouwd uit twee over elkaar geschoven driehoeken. De driehoek met de punt omhoog wordt vaak als mannelijk aangeduid, de driehoek met de punt omlaag zou dan de vrouwelijke tegenhanger zijn.

We zien het teken op middeleeuwse muren al in de 16e eeuw. Over de origine bestaan veel theorieën. Er is een relatie met het Judaïsme. Er zijn aanwijzigingen dat deze sterfiguur al heel lang bestond binnen de Joodse cultuur.

Voorts zien we het teken in de christelijke middeleeuwse kerk. Mogelijk overgenomen van Joodse bronnen.

Daarnaast is het ook een magisch teken binnen het occultisme en het Hindoeisme. Aangezien het een teken is dat met een passer eenvoudig te construeren valt, is het logisch dat het in diverse culturen los van elkaar opduikt.

Omdat het makkelijk te construeren is met een passer, kan het makkelijk in meerdere culturen zijn oorsprong hebben.

De Davidsster wordt algemeen herkend als Joods symbool en het gebruik ervan begon in de Middeleeuwen, hoewel het religieus gebruik al veel eerder ontstond. Er is bij een archeologische opgraving in Galilea een boog van een synagoge ontdekt met daarop een Davidsster. Deze boog moet al dateren van de 3e of 4e eeuw na Chr.

In Christelijke kerken komen we het hexagram ook tegen. De oudste vondst is op een Codex *(boek) met een masoretische tekst (de Leningrad Codex) van 1008.


In Winchester is een hexagram ontdekt op een van de overkappingen van het koorgestoelte van circa 1308.

In Noord Yorkshire bestaat nog een folkloristische zwaardendans. Bij deze dans wordt een groot hexagram, gemaakt van takken, gebruikt en rond het hoofd van een persoon gelegd. De verklaring die men er dan nog bij geeft is dat het het kwaad zou weren. Zie de foto’s hieronder.

In het Occultisme wordt het hexagram gebruikt in ceremoniën. Men kent er een magische betekenis aan toe. Hij wordt ook wel de ster van Saturnus genoemd of het zegel van Salomo. Ook in de Arabische mystiek kende men het teken als het zegel van Salomo.

En dan is er nog de link met de Vrijmetselarij. Deze orde claimt haar oorsprong gekoppeld aan de tempelbouw van koning Salomo.  

Kirkburton: rapier dance

Leningrad Codex

Vlissingen

Braine-le-Chateau

Gent

Gent

 Leiden

Waalwijk

Eecke

Herentals

Zonhoven

Aangezien aan elke onderdeel van de kleding van een bisschop ongetwijfeld een bepaalde betekenis wordt toegekend, zal dat ook het geval zijn met deze ruitversiering, neem ik aan.

Het is nu alleen een zoektocht om uit te vinden wat dat in dit verband te betekenen heeft.


De Schotse ruit past niet in deze traditie.  Deze vindt zijn oorsprong in de geruite kleding van de Kelten. De weefpatronen waren al in China bekend in 3500 B.C.

In Schotland had eerst elke regio zijn eigen patroon, later werd het een clanteken. Elke clan kon zich onderscheiden met zijn eigen ruitpatroon. Op deze manier kreeg het een heraldische waarde.

Maar dit staat geheel los van de ruit, zoals wij die kennen, die zijn oorsprong in het ING-rune-teken heeft.

_________________________________________________________________________________

C. De Vuurslag

Muurteken in Delft

Op een zijmuur van een oud pand in het centrum van Delft zien we een teken dicht tegen de dakgoot. Zie foto rechtsboven. Ik heb het nagetekend, zoals ik denk dat de vorm is. Het blijkt een vuurslag te zijn in combinatie met een maalkruis (= schuinkruis).

 

Poppel

Rumbeke-kasteel

Braine-le-Chateau

Rumbeke-kasteel

Alveringhem

Oosterhout

De munt, die hieronder staat afgebeeld is een Tourse, geslagen in begin 14de eeuw

 te Tour ( TVRONIS CIVIS (linkerkant). 

Mogelijk is hij geslagen in de tijd van Philips IV "de Schone" van Valois ( koning van Frankrijk). 

Verder staat er op de munt:

AZ: + PhILIPPVS° REX ; 

met op de buitenrand: + BNDICTV: SIT: NOmE: DNI: nRI: DEI: IhV. XPI.  (bron: Bohemond)

 

Links is een vuurslag afgebeeld met nog een paar andere tekens. Het bovenste kan een kalvariekruis zijn, waarbij het maltezer kruis op een driehoekig voetstuk staat met daaronder 3 bollen (?), maar het kan er ook wel los van staan. Langs de rand zien we franse lelies.

Rechts zien we zowel centraal een kruis als ook bovenin.



De vuurslag is als symbool door de Bourgondische hertogen ingevoerd. Men weet dat het halssnoer van de Orde van het Gulden Vlies samengesteld is uit vuurslagen en keien. Beide worden gestyleerd weergegeven. Ook het Andreaskruis komt wel in de keten voor en verwijst naar de beschermheilige van de Orde v.h. Gulden Vlies.

 

 De vuurslag treft men ook als teken aan op munten vanaf de Bourgondische tijd.

 




Militaire Willemsorde

 

In onze Militaire Willemsorde zien we ook de vuurslag in het midden van de medaille.


Philips II


Op deze daalder uit de tijd van koning Philips II zien we aande keerzijde (rechts) de vuurslagen, die herinneren aan het Bourgondische recht.

Onder aan het wapenschild hangt het teken van het gulden vlies.


Vuur maken

Allereerst is er licht brandbaar materiaal nodig, geschikt om als 'tondel' te dienen: b.v. geprepareerde tondelzwam of verkoold llisdoddepluis.


Voor het creëren van warmte gebruikt men - in dit geval - een vuurslag en een stuk vuursteen. Het is van belang dat de vuurslag gemaakt is van koolstofrijk ijzer. Tevens dient de vuurslag na het smeden te worden gehard. 
Dit is van belang om goede vonken te krijgen die lang genoeg gloeien om het tondel aan te steken. 
De vuursteen moet een scherpe rand hebben om de vuurslag langs te slaan. Hoe kleiner het rakingsvlak hoe meer energie er vrij komt en hoe groter de kans op een vonk.


Het maken van vuur begint met de voorbereiding. Het brandhout moet worden klein gehakt tot aanmaakhout en klaargelegd worden bij de vuurplaats. Uiteraard dienen ook de overige materialen klaar liggen zodat wanneer het tondel gloeit men snel kan handelen.


Men legt een stukje tondel op de vuursteen dicht bij de scherpe rand. Vervolgens slaat men met een rechte beweging langs de vuursteen waarmee de vuursteen net geraakt wordt. Bij een goede techniek, gereedschap en tondel zal er binnen één of enkele halen een vonk op het stuk tondel zijn gevallen. Het tondel zal hierdoor beginnen te gloeien.


Zo schijnen ze ook als versiering in bouwwerken voor te komen, zoals op gewelf- en balksleutels in het stadhuis van Damme.

Ook kunnen ze vergezeld zijn van maalkruisen en verwijzen dus naar het Bourgondische huis. (gegevens vuurslag: Geert Hoornaert: Metseltekens in Westvlaanderen en Noord-Frankrijk)

Op dit schild, hier links,  zijn 3 molensteenkruisen afgebeeld met centraal een vuurslag. Maalstenen van een molen hebben een centraal ijzeren beslag. Dat zijn deze molensteenkruisen.

Munt uit tijd van Philips de Schone: 15e eeuw.

Wapen Molier met vuurslag.

Keten van het Gulden Vlies

Delft

Poppel

Gent-St Baafs

IJzeren vuurslagen

Militaire Willemsorde

Stadhuis van Damme: stenen ornament

Is er een link met Bourgondië?

 

Ik verwacht dat de link met Bourgondië geen stand houdt en ga er vanuit dat er sprake is van een teken tegen blikseminslag: een onheilwerend kruis geplaatst over een vuurslag.


Philips-daalder

Inleiding 0.1-5 Verdieping-kruis 0.1-6b Verdieping ruit 0.1-6a #pic_1080

Links en rechts: De ruit op aardewerk uit de Minoische tijd van voor 1300 B.C.