Kapelle: Onze-
Iets ten oosten van Goes ligt Kapelle, midden op het voormalige eiland van Zuid-
De kapel, waar de plaats naar genoemd is, komt voor het eerst voor op een kerkenlijst van 1248. Vermoedelijk was de kerk van Kloetinge de moederkerk. De volledige naam was: 'Kapelle ter Maalsteden'. De (ambachts-
De kapel van Kapelle werd parochiekerk en verplaatste zich een stuk in westelijke richting naar het kerkplein van nu. Patroonheilige van kapel en kerk was de Onze lieve Vrouwe.
De ambachtsheren van Kapelle waren rijk en machtig, ook nadat het geslacht Van de Maalstede in de vijftiende eeuw uitgestorven was. Macht en rijkdom van de ambachtsheren straalde af op de kerk, want de kerk stond centraal in de samenleving en diende juist als symbool om de macht tot uitdrukking te brengen. Als de onbetwiste bloeiperiode van de kerk kunnen we het tijdperk vanaf omstreeks 1450 tot 1550 aanmerken. De parochie groeide sterk in aantal inwoners en in economisch belang.
In 1503 werd het belang van de Onze-
Uitsluitend kerken die over ruim voldoende middelen beschikten en die op invloedrijke voorspraak bij de bisschop konden rekenen, konden hiervoor in aanmerking komen. Op Zuid-
Het heeft 75 jaar geduurd voordat in 1578 het kapittel van Kapelle door de Reformatie terzijde werd geschoven.
Zuid-
Links boven en midden: het is even turen voor je het door de schaduwen goed kunt zien. Er is een zwart gesinterd maalkruis aangebracht op de voorzijde van de rechter zijbeuk.
Rechts boven: ruit-
Maalteken aan de westzijde zijbeuk met 2 sterretjes of wijdingskruisjes?
Ruit-
Noordzijde: detail van linkerfoto
Noordzijde: tweede ruit hoger op de muur
Noordzijde: ruit-
De kleinere ruit-
Bekijken we in detail dit ruit-
Noordzijde: detail van de kleine ruit-
Kijken we naar de bouwgeschiedenis van de kerk, dan bevinden alle aangetroffen metseltekens zich in het groene gedeelte. Dat wil zeggen in het deel dat is gebouwd tussen 1400 en 1475.
Links de grafkapel, met daarachter het noorderkoor. Twee van de drie ruittekens (zie foto's hierboven) bevinden zich aan de noordzijde op de muur van de zijbeuk.
In het hardstenen deurkalf, aan de westzijde van de toren, bevinden zich 2 huismerken.
Direct links van het midden: een soort zandloperteken en rechts van het midden: een teken dat iets complexer in elkaar zit. Daar omheen zijn de jaartalcijfers gegroepeerd: 14 27.
Plattegrond van de kerk
Toegangspoort met huismerken en jaartal
De kerktoren van Kapelle
Aan de westzijde van de kerk staat de robuuste, vrijwel geheel uit baksteen opgetrokken toren. Met een totale hoogte van 65 meter is het de hoogste kerktoren op Zuid-
De bouwtijd is de eerste helft van de veertiende eeuw, ongeveer dezelfde periode als waarin het zuiderkoor werd gebouwd. Als enige uit de Middeleeuwen overgebleven toren in Zeeland is de spits ervan geheel uit baksteen gemetseld.
Bijzonder zijn eveneens de vier op de hoeken van de trans staande hoektorentjes. Deze hoektorentjes behoren niet tot het oorspronkelijke bouwconcept maar zijn er later, waarschijnlijk tegen het eind van de vijftiende eeuw, op geplaatst. Een aantal andere torens in de omgeving hebben min of meer vergelijkbare hoektorentjes gehad. Die zijn echter allemaal in de loop van de tijd wegens bouwvalligheid gesloopt.
____________________________________________________________________________
Oosterland (Schouwen-
De Judocuskerk: een juweel van een toren.
Geen speciale metseltekens maar genieten van het metselwerk pur sang.
In Oosterland op Schouwen-
De toren en het schip van de kerk zijn gebouwd omstreeks 1400, het koor volgt rond 1500. Het schip is afgebrand in 1612. Sinds die tijd staat de toren los van het overige deel van de kerk. Het nabij Oosterland gelegen kasteel Oostersteyn is afgebroken in 1744.
De metselaars van deze toren hadden de bijzondere beschikking over een ruime variëteit aan gekleurde stenen om hun kerk mee te bouwen. Het moet voor hen gevoeld hebben alsof ze een gigantisch superjuweel maakten. Wanneer de zon schijnt op de bakstenen beginnen ze her en der te glanzen vanwege hun emaillering. Die glans doet denken aan echte edelstenen.
De toren met zadeldak staat op zichzelf en in volle glorie. Twee tegenoverstaande steunberen verlenen nog een extra stevigheid.
Judocus-
Deze steen markeert de hoogte van de stormvloed in 1953. Hij bevindt zich ongeveer op borsthoogte op de toren.
Puur genieten van een kleurenpracht. Kom daar eens om bij die ontzettend saaie kloosters en kerken die in het eind van de 19e eeuw gebouwd werden. Hier zie je hoe het anders kan. Torens als deze werden ook nog als verdedigingswerk benut, getuige de schietgaten.
Kerk en toren sinds de 17e eeuw gescheiden
St. Judocus
Wie was nu eigenlijk die Heilige Judocus?
Judocus (ook Ludog, Joyce) was een Brits koningszoon. Hij zou een zoon geweest zijn van koning Juthael van Armorika (= Bretagne). Judoc werd opgevoed in het klooster van de H. Maelmon.
Rond 636 was hij de aangewezene om de troon van Dumnonia (nu: Devon) te beklimmen, maar na 8 dagen bedenktijd, kwam hij tot het besluit dat een religieus leven hem beter zou liggen.
Hij vluchtte naar Ponthieu waar hij kapelaan werd van de plaatselijke graaf. Later trok Judoc zich uit de wereld terug in Ray waar hij een kleine kluis opzette. De plaatselijke bevolking viel hem echter teveel lastig voor mirakels en hij verhuisde naar Caer-
Na zijn overlijden in 675 werd zijn gebeente bewaard in Saint-
Noordzijde van de kerk
Diverse kleurige stenen